Doelgroep: groep 5
Zingen
'De Droomboom'
In onze achtertuin daar staat een hele hoge boom
Die is niet als de and're bomen heel gewoon
Want aan het hoogste takje
Groeit een klein gebakje
En zie ik dat, dan denk ik dat ik droom:
refrein:
Heel voorzichtig, in mijn droom
Klim ik langzaam in die boom
Ben ik boven, wat een pret:
Krak! Boem!
Naast m'n bed!
In onze achtertuin daar staat een hele hoge boom
Die is niet als de and're bomen heel gewoon
Want in het hoogste topje
Groeit weleens een dropje
En zie ik dat, dan denk ik dat ik droom:
refrein...
In onze achtertuin daar staat een hele hoge boom
Die is niet als de and're bomen heel gewoon
Want naast het hoogste blaadje
Groeit een chocolaatje
En zie ik dat, dan denk ik dat ik droom:
refrein...
1. Vertel dat jij een hele bijzondere boom in je tuin hebt staan. Er groeien namelijk gebakjes aan! Vertel dat dit zó bijzonder is dat je er een liedje over hebt geschreven.
2. Zing het eerste couplet + refrein voor.
3. Vraag waar het liedje over gaat: dromen. Je hebt namelijk niet echt zo'n boom in je tuin staan, maar je hebt het vannacht gedroomd.
4. Leer het lied aan.
5. Vraag wat voor droomboom de kinderen zouden willen hebben en bedenk variaties op gebakje (lok de reactie dropjes en chocolaatjes uit).
6. Zing het lied met alle bedachte coupletten
Muziek maken
Muziek maken met borden, bekers, bestek, pannen en andere keukengerei. De kinderen in groepjes verdelen en elk groepje voorzien van verschillende soorten keukengerei. Vervolgens bedenken ze samen een liedje dat over hun favoriete gerecht gaat. De muziek wordt gemaakt met het keukengerei.
Muziek luisteren
'Bestellied'
Zes ons kaas
een pond radijs
tien vanille-ijs
drie pond tong
vijf kroppen sla
tiep repen chocola
Een tube mayonaise en een heel grof brood
zestien maggiblokjes
en een botervloot
Een kwart liter slagroom
en een flesje vla
zeven kilo aardappels
en een kropje sla
Kauwgom
biefstuk
bloemkool
de nieue Asterix'
een pak hagelslag
stilte, verder niks
1. Vertellen dat je gisteren boodschappen ging doen en een liedje ervan hebt gemaakt zodat je het beter kan onthouden.
2. Lied laten horen (zeg erbij dat de kinderen goed moeten luisteren naar de boodschappen)
3. Vragen welke boodschappen erin voor kwamen en deze op het bord schrijven. Nogmaals laten horen om de boodschappenlijst aan te vullen.
4. Zodra de boodschappenlijst compleet is, kunnen we het lied met elkaar gaan zingen.
Bewegen op muziek
Als je kookt, verandert het eten. Spaghetti is bijvoorbeeld hard, maar als je een tijdje kookt, wordt het heel slap. De leerlingen gaan proberen dansend eten na te doen. Bij het spaghetti-voorbeeld beginnen de leerlingen volledig stijf te dansen, maar langzamerhand worden ze steeds slapper. Aan het eind vallen ze op grond, zo slap zijn ze. Dit kan met allerlei verschillende soorten eten. Zoek hierbij muziek uit dat de bewegingen ondersteunt.
Lezen en noteren van muziek
Bij het onderdeel 'muziek maken' hebben de leerlingen een liedje gemaakt met keukengerei. Dit moet genoteerd worden, omdat ze er de volgende les verder mee gaan.
De leerlingen maken een tijdlijn aan de hand van hun tekst. In deze tijdlijn staan alle namen van het groepje onder elkaar.
Voorbeeld: Pietje slaat bij het eerste woord van het liedje op een pan met soeplepel. Dan wordt er onder dit woordje een pan en een soeplepel getekend achter Pietjes naam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten